Een regel voor toegang tot apparaten bewerken

Regels voor toegang tot apparaten zijn een groep instellingen die bepalen hoe gebruikers toegang krijgen tot apparaten die zijn geïnstalleerd of aangesloten op de computer. Deze instellingen omvatten toegang tot een specifiek apparaat, een toegangsschema en lees- of schrijfmachtigingen.

Zo bewerkt u een regel voor toegang tot apparaten:

  1. Klik in het hoofdvenster van het programma op de knop .
  2. Selecteer Security ControlsApparaatcontrole in het venster met de programma-instellingen.
  3. In het blok Toegangsinstellingen, klikt u op de knop Apparaten en wifinetwerken.

    Het geopende venster toont toegangsregels voor alle apparaten die zijn opgenomen in de componentclassificatie Apparaatcontrole.

  4. Selecteer in het blok Toegang tot opslagapparaten de toegangsregel die u wilt bewerken. Het blok bevat apparaten met een bestandssysteem waarvoor u aanvullende toegangsinstellingen kunt configureren. Standaard geeft een regel voor toegang tot apparaten alle gebruikers op elk moment volledige toegang tot het opgegeven type van apparaten.
    1. In het blok Toegang, selecteert u de gepaste optie voor toegang tot het apparaat:
      • Toestaan.
      • Blokkeren.
      • Afhankelijk van verbindingsbus.

        Configureer de toegang tot de verbindingsbus om de toegang tot een apparaat te blokkeren of toe te staan.

      • Beperken volgens regels.

        Met deze optie kunt u gebruikersrechten, machtigingen en een schema voor apparaattoegang configureren.

    2. In het blok Gebruikersrechten, klikt u op de knop Toevoegen.

      Dit opent een venster voor het toevoegen van een nieuwe regel voor toegang tot apparaten.

    3. Wijs een prioriteit aan de regel toe. Een regel bevat de volgende kenmerken: gebruikersaccount, planning, machtigingen (lezen/schrijven) en prioriteit.

      Een regel heeft een specifieke prioriteit. Als een gebruiker aan meerdere groepen is toegevoegd, regelt Kaspersky Endpoint Security de apparaattoegang op basis van de regel met de hoogste prioriteit. U kunt in Kaspersky Endpoint Security een prioriteit toekennen van 0 tot 10.000. Hoe hoger de waarde, hoe hoger de prioriteit. Met andere woorden, een invoer met de waarde 0 heeft de laagste prioriteit.

      U kunt bijvoorbeeld de machtiging alleen-lezen verlenen aan de groep Iedereen en de machtiging lezen/schrijven aan de groep administrators. Om dit te doen, wijst u een prioriteit van 1 toe voor de groep administrators en een prioriteit van 0 voor de groep Iedereen.

      De prioriteit van een Blokkeren-regel is hoger dan die van een Toestaan-regel. Als een gebruiker met andere woorden aan meerdere groepen is toegevoegd en de prioriteit van alle regels hetzelfde is, dan regelt Kaspersky Endpoint Security de toegang tot het apparaat op basis van een bestaande blokkeringsregel.

    4. Selecteer de status Ingeschakeld voor de toegangsregel voor apparaten.
    5. Configureer de machtigingen voor apparaattoegang van gebruikers: lezen en/of schrijven.
    6. Selecteer de gebruikers of groep gebruikers waarop u de regel voor apparaattoegang wilt toepassen.
    7. Configureer een apparaattoegangsschema voor gebruikers.
    8. Klik op Toevoegen.
  5. Selecteer in het blok Toegang tot externe apparaten de regel en configureer de toegang: Toestaan, Blokkeren of Afhankelijk van verbindingsbus indien nodig. Configureer indien nodig de verbindingsbus.
  6. Klik in het blok Toegang tot wifinetwerken op de koppeling Wifi en configureer de toegang: Toestaan, Blokkeren, of Blokkeren met uitzonderingen. Voeg indien nodig wifinetwerken toe aan de vertrouwde lijst.
  7. Sla uw wijzigingen op.
Naar boven